Een zoektocht naar de lekkerste garnaalkroket mondt uit in een ouderwets avondje tooghangen met nieuwe vrienden. Confronterend en onvergetelijk.
De lekkerste garnaalkroketten aan de kust
Een weekendje aan de kust is voor mij niet compleet zonder een portie garnaalkroketten. Het is een must, een kleine obsessie zelfs, net zoals het proeven van een lokaal biertje. En waar kan je dat beter combineren dan in het oudste cafeetje van Zeebrugge?
De zon heeft zich al laten wegzinken in de Noordzee wanneer ik in de haven parkeer. De Belgische kust had me tijdens mijn avondwandeling op een kleurrijke zonsondergang getrakteerd. Zo’n visueel spektakel is voedsel voor de geest maar mijn maag vertelt me met een diep gegrom dat het nu zijn beurt is.
Café ’t Werftje
Het is weer gezellig druk in café ’t Werftje. Wat sinds 1905 een authentiek visserscafé was is uitgegroeid tot een populaire trekpleister voor visliefhebbers. Lovende recensies van topchefs Boxy & Bellings hebben voor een ware boost gezorgd. Reserveren kan niet en als je te laat komt kan je beter in het dok je eigen vispannetje gaan vangen.
Maar ik ben hier niet voor een uitgebreid kreeftenmenu. Ik ben moe en hongerig en wil een uurtje tooghangen met een dampende kroket uit het vuistje. In een hoekje zie ik de enige vrije kruk staan. De perfecte plek. De lange toog is bemand door vissers en havenarbeiders die weigeren hun stamkroeg helemaal aan de toeristen over te laten.
Wie de zee als geliefde neemt moet de zoutsmaak bij de kus verdragen.
Kiezen tussen kaas, garnaal of gandaham is te moeilijk, dan maar een trio van kroketjes. Deze lekkernij doorspoelen doe ik uiteraard met een vers getapte Rodenbach. Een ervaren culinair journalist zou hier pagina’s vullen over de structuur en de smaak van een garnaalkroket. Ik hou het op de vermelding dat ik een tweede portie heb besteld en dat het water me terug in de mond loopt tijdens het typen van dit verhaal.
Toogfilosofie
Mijn Limburgse tongval verraadt dat ik een vreemde eend in de bijt ben aan deze toog. En toegegeven, het West-Vlaams doet me meer dan eens de pointe van een mop missen. Dan maar wat verder genieten van mijn biertje, tot ik plots 2 ogen in mijn rug voel priemen. Blijkbaar heb ik het aangedurfd om de barkruk van een van de vaste klanten in te palmen. En lichaamstaal en gelaatsexpressies zijn universeel en dus ook voor een Limburger verstaanbaar.
Vastberaden om mijn plaats te verdedigen in afwachting van de volgende pint ga ik over tot bemiddeling. Ik vraag de patron om een zoenoffer op mijn kosten te tappen voor mijn nieuwe buurman.
En zoals dat vaak gaat op café wordt die ene pint gevolgd door een tweede en een derde. Terwijl de volgevreten toeristen een voor een vertrekken verschijnen er steeds meer streepjes op mijn bierkaartje. De strijd om de laatste barkruk is omgeslagen naar een geanimeerde portie toogfilosofie doorspekt met straffe verhalen.
Naast het wonen aan zee, bierologie en de absurditeiten van het leven komt uiteraard ook de liefde aan bod. En blijkbaar delen we niet enkel een voorliefde voor strategisch gekozen toogplekken. Ook ons romantisch parcours en het bijhorend gevoel van weemoed komt overeen, zij het met een halve generatie tussen. En plots zie ik mezelf daar al zitten in een soort toekomstvisioen. Alleen aan de toog, vol melancholie over wat had kunnen zijn. Advies gevend aan een jonge snaak op zoek naar zichzelf.
Eli, de zoon des huizes, zorgt voor een luchtig intermezzo. Hij tapt nog snel een grap en een laatste rondje van de zaak. Hij bedankt me voor het bezoek: “tot ziens en veilige reis terug naar Limburg”. Mijn nieuwe toogbuddy ziet hij waarschijnlijk sneller terug, “tot morgen Kristof” klinkt het bij het afscheid…
Disclaimer: ja ook deze Christophe was te zat om naar huis te rijden. De overnachting in mijn wagen was dan ook koud en oncomfortabel genoeg om m’n eigen minicamper te bouwen voor toekomstige spontane ontmoetingen.
Ga vooral zelf eens proeven in ’t Werftje! En lees mijn tips voor een weekendje in Zeebrugge of Blankenberge.